Tribale Afrikaanse kunst

Dogon Tellem standbeeld (N° 21376)

Afrikaanse Dogon kunst
Mannelijke figuur met zuilvormige buste staand op gebogen benen. Korte, kleine armen omlijsten het gezicht. Korrelig mat oppervlak, scheuren. De Afrikaanse stambeelden van de Dogon kunnen ook het voorwerp zijn van verering door de hele gemeenschap wanneer zij bijvoorbeeld de stichting van het dorp herdenken. Deze beelden, die soms de nyama van de overledene belichamen, worden op voorouderaltaren geplaatst en nemen deel aan verschillende rituelen, waaronder die van de zaai- en oogstperiode. Hun functies blijven echter weinig bekend. De figuren met opgeheven armen symboliseerden altijd een gebed tot Amma om de regen te schenken die essentieel is voor alle leven, en het kon ook een gebaar van berouw zijn na de overtreding van een wet die tot een droogte leidde. Het zuidelijke deel van het plateau dat uitkijkt op de Bandiagara-klif wordt sinds de 10e eeuw bewoond door de Tellem en de Niongom. Vervolgens werden zij in de 15e eeuw verdreven door de Dogon, die vluchtten voor de Mande. De Tellem werden de voorouders van de Kurumba van Burkina Faso.
De Dogon beeldhouwkunst is niet gemakkelijk te onderscheiden van die van de Tellem, noch van die van de Niongom, daar er door de eeuwen heen wederzijdse invloeden zijn geweest. Een herhaling: de figuren met de armen boven het hoofd geheven, in een aanroepende houding.